Movisie: naar een Integraal Samenlevingsakkoord
Versterking van de publieke gezondheidszorg is hoognodig zoals de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving bepleit. Maar ziet het adviesorgaan niet de initiatieven in zorgzame buurten over het hoofd, zo vraagt Janny Bakker-Klein, voorzitter van de raad van bestuur van Movisie, zich af.
De gezondheid van de Nederlandse bevolking staat onder druk. De RVS, een belangrijk adviesorgaan van de regering, windt er in het advies Op onze gezondheid geen doekjes om. De publieke gezondheidszorg moet dan ook veel steviger gestut worden, om te voorkomen dat de levensverwachting van de gemiddelde Nederlander nog verder afzakt dan de huidige Europese middenmoot.
De raad adviseert in ‘mensen en middelen’ van de GGD’en te investeren. Maar dat schiet tekort. Het is een te medische en een te individuele zorgbril. Wie echt de publieke gezondheid wil verbeteren en houdbaar wil maken, zal moeten investeren in sociale gemeenschappen, in initiatieven van burgers en lokale organisaties in zorg en welzijn om samen leven, wonen en zorgen te organiseren.
Blinde vlek
Zo bezien heeft het RVS-advies last van eenzelfde blinde vlek als het Integraal Zorgakkoord (IZA) dat in 2022 werd getekend. Het akkoord was zeker een prestatie van formaat. Want waar tot dan toe de overheid steeds per zorgpartij apart afspraken maakte, werden nu alle zorgpartijen het met elkaar eens om meer ‘passende zorg’ te gaan organiseren. Dat moet de zorgkosten in toom houden, door meer efficiency, preventie, digitalisering en betere samenwerking met het sociaal domein.
Helaas is er ook in het Zorgakkoord te weinig oog voor de enorme rol die sociale gemeenschappen daarin kunnen spelen. Het gaat er niet alleen om dat de zorg zieke mensen beter maakt, maar net zo goed om wat burgers en lokale organisaties kunnen doen, in de preventie, maar ook in de opvang. Alleen zo kunnen de zorgkosten en de tekorten op de arbeidsmarkt getackeld worden. Denk maar zo: een oudere die door de buurt wordt opgevangen kost minder dan wanneer iemand de deur plat loopt bij de huisarts, en die oudere heeft dan ook minder last van klachten als eenzaamheid. Daar weten ze in Austerlitz en Elsendorp alles van, plaatsen waar mensen zelf zorg en wonen hebben georganiseerd.
Nieuwe vormen van samenleven
Wat zo’n beweging kan versterken is niet een stroom geld naar de GGD’en, maar een versterking van initiatieven van burgers, gemeenten, corporaties en zorginstellingen om nieuwe vormen van samenleven en gemeenschappen uit te dokteren. Dat vereist, naast het IZA, een Integraal Samenlevingsakkoord, het ISA. Want het is niet zozeer de zorg, maar de samenleving die dat kan vormgeven.
Denk voor de partners van zo’n ISA behalve aan burgers ook aan sociaal werkers, verzorgenden, huisartsen, wijkverpleegkundigen, wijkagenten, leerkrachten, geestelijk verzorgers, maar ook aan sociaal ondernemers, sportschoolleraren, huiswerkbegeleiders, kappers, medewerkers van de buurtsuper en al die geëngageerde mensen die anno 2023 gemeenschappen vormen. Het zijn de mensen die verantwoordelijkheid nemen voor elkaar en voor de samenleving als geheel. Zij horen en zien wat nodig is, zij zijn de samenleving.
Direct aan de slag
Voor een (ISA) hoeven we niet maandenlang te onderhandelen. Het gaat ook niet om wie het voor het zeggen heeft en wie welke hoeveelheid geld krijgt. Het hoeft ook niet (zoals bij het IZA) te worden vastgelegd in 117 pagina’s tekst. We kunnen gewoon direct aan de slag.
Ik begrijp wel dat Bas Leerink vreest voor nog meer complexiteit, waar partijen elkaar nu al niet kennen. Maar een ISA zoals wij dat bedoelen, gaat juist om een radicaal andere benadering, beginnend vanuit de samenleving en dus niet vanuit het zorgveld. Als de publieke gezondheidszorg echt positie durft kiezen als onderdeel van die samenleving, dan kan een ISA de processen enorm versnellen.
Op dit moment zien we helaas een beweging andersom. Succesvolle initiatieven voor bijvoorbeeld het opvangen van ouderen in de buurt worden gesmoord door regels of omdat de financiering maar tijdelijk blijkt. Het is dan ook een noodzakelijke eerste stap om lokale initiatieven, waarvan we weten dat die werken, te helpen opschalen. Daar is structureel geld voor nodig. Ruimte daarvoor maken zou prima passen in het pleidooi voor een versterking van de publieke gezondheidszorg van de RVS. Want wat is er slimmer dan versterken wat al bestaat?