Visie

Discriminatie en racisme in sociaal werk

‘Maar waar kom je dan écht vandaan?’

De aanpak van discriminatie en racisme moeten bovenaan de agenda van het sociaal werk staan, vindt Hanneke Felten van Movisie.

Hanneke Felten, foto MacSiers Imaging

‘Opdonderen naar je eigen land.’ Heel veel mensen met een donkere huidskleur, een Turks of Arabisch klinkende naam of een hoofddoek hebben deze opmerking wel eens naar hun hoofd gekregen. Op straat, op sociale media, van medeleerlingen of van hun buurtgenoten.

Een moeder en haar zoon in Giethoorn hoorden het zelfs bijna iedere dag opnieuw van een groep jongeren in de wijk. Ze trokken aan de bel bij verschillende instanties. Maar niets veranderde. Uiteindelijk is het gezin verhuisd. Bij mij komt de vraag op: waar was het sociaal werk?

Niet reageren, niet ingrijpen

Het sociaal werk is een sociale sector, bij uitstek boordevol sociaal ingestelde mensen. Ik kan het weten: ik heb er zelf in gewerkt. En daarom zou je misschien verwachten dat discriminatie en racisme in het eigen werkgebied zoals de wijk goed wordt opgepakt. Maar uit onderzoek dat we deden bij Movisie blijkt dat dit lang niet altijd het geval is.

Onze eigen vooroordelen naar cliënten op basis van onder meer afkomst bleven vaak onbesproken

Koppels van gelijk geslacht worden weggepest uit de wijk en moskeebezoekers worden uitgescholden door omwonenden. Maar lang niet altijd komt het sociaal werk in actie. En niet alleen op discriminatie in het werkgebied reageren sociaal werkers niet altijd. Ook op discriminatie binnen de eigen organisatie komt niet altijd een adequate reactie. Volgens onderzoeksbureau IPSOS heeft 8 procent van de sociaal werkers discriminatie ervaren vanuit collega’s en 25 procent vanuit cliënten. Hierop reageren, ingrijpen en een aanpak opzetten gebeurt heel vaak niet. Beleid en procedures ontbreken zelfs vaak hiervoor.

Cliënte nooit meer teruggezien

Als ik eerlijk ben herken ik het ook wel uit mijn ervaring als sociaal werker vroeger. Discriminatie, racisme of homofobie waren niet direct thema’s waar we over spraken. Niet alleen discriminatie in ons werkgebied en naar collega’s toe, maar ook onze eigen vooroordelen naar cliënten op basis van onder meer afkomst, bleven vaak onbesproken. Terwijl ik wel zeker zulke vooroordelen had.

Zo kreeg ik een keer een cliënte overgedragen van een collega met de mededeling dat zij paranoïde was en zo snel mogelijk naar de ggz moest worden verwezen. De jonge vrouw van Marokkaanse afkomst zei dat haar oudste broer haar de hele dag in de gaten hield. Dat leek mijn collega, en mij ook, een broodjeaapverhaal: waarom zou haar broer zoiets doen?

Pas later toen ik meer kennis had over genderrollen in verschillende culturen realiseerde ik mij dat deze cliënte mogelijk de waarheid had verteld. Maar wij hadden haar al op voorhand niet geloofd. Ik heb de cliënte nooit meer terug gezien. Ik kan niet anders dan concluderen dat vooroordelen, stereotiepe beelden en een gebrek aan kennis van mijzelf en mijn collega hier debet aan waren.

Grapjes en subtiele opmerkingen

Het racisme in Giethoorn was overduidelijk: het gezin werd belaagd vanwege hun afkomst. Maar racisme komt daarnaast vaak ook subtieler tot uiting. In de zogenaamde grapjes en subtiele opmerkingen (‘Wat spreek jij goed Nederlands, zeg!’), in het minder serieus nemen van mensen van kleur, minder goed naar hen luisteren, in het steeds maar opnieuw vragen aan iemand met een donkere huidskleur waar die persoon vandaan komt (‘Maar waar kom je dan écht vandaan?’). Maar denk ook aan het minder goed signaleren van problemen zoals ik en mijn collega deden (zie ook het onderzoek De rol van etniciteit in het handelen van professionals basiszorg jeugd-ggz van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS)).

Discriminatie en racisme zijn thema’s waar het sociaal werk niet omheen kan. Niet om heen mág. Waar we stevig beleid voor moeten hebben, waar we in getraind moeten zijn en wat op onze agenda moet staan. Zo voorkomen we situaties als in Giethoorn, collega’s die afhaken en cliënten die nooit meer op komen dagen.

Tekst Hanneke Felten. Ze werkt als senior onderzoeker en projectleider bij Movisie en Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS). Foto MacSiers Imaging

Ook interessant

Podcast

Podcast: als je collega’s niet bijspringen

Joline Verloove (Movisie) praat in deze podcast met Nikola Jovanovic (ROC Groningen) en René Broekroelofs (Movisie) over of en hoe sociaal professionals in hun werk te maken krijgen met discriminatie.

Luister de podcast: Podcast Discriminatie in de sociale basis

 

Diversiteit

Literatuuronderzoek discriminatie in zorg en sport

Het Verwey-Jonker Instituut en Movisie deden een verkennend literatuuronderzoek om in kaart te brengen wat er bekend is over discriminatie binnen de zorg en de sportwereld.

Lees verder: Discriminatie in de zorg en in de sport