Alle individuele verhalen samen, vormen een collectief verhaal over de maatschappelijke opgaven waarvoor een gemeenschap zich geplaatst weet.’ Illustratie Geert Gerard.
Praktisch betekent dit volgens Jeanet de Jong dat opbouwwerk begint bij de verhalen van mensen. ‘Door goed naar hun verhalen te luisteren, hoort de opbouwwerker wat burgers belangrijk vinden en wat er voor hen op het spel staat. Alle individuele verhalen samen, vormen een collectief verhaal over de maatschappelijke opgaven waarvoor een gemeenschap zich geplaatst weet.’
Verbinden, overbruggen, koppelen
Het grote belang van verbindingen leggen, zie je terug in de drie basisstrategieën van het opbouwwerk die De Jong en haar medeauteurs in het visiedocument onderscheiden. Ze grijpen daarbij terug op de driedeling van de Amerikaanse socioloog Robert Putnam in zijn boek Bowling Alone tussen verbinden, overbruggen en koppelen [2].
De eerste strategie is gericht op wat in het visiedocument wordt omschreven als het meest fundamentele niveau van het opbouwwerk, namelijk het stimuleren van verbindingen tussen individuele burgers.
Met de tweede strategie wil het opbouwwerk bruggen slaan tussen individuele burgers en lokale netwerken. Hierbij moet je denken aan een link tussen de burger en allerlei clubjes, van buurtmoestuinen, weggeefwinkels en informele ontmoetingsplekken of koken met en voor de buurt en instellingen, zoals openbare bibliotheken en wijkbedrijven.