De afgelopen jaren is binnen de Werkplaatsen Sociaal Domein intensief gewerkt aan het versterken van interprofessionele samenwerking. Deze samenwerking is meer dan het optellen van disciplines: het is het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe perspectieven en werkwijzen die beter aansluiten bij de leefwereld van inwoners (zie ook het eerder verschenen magazine over interprofessioneel samenwerken). In dit reflectiestuk blik ik terug op de belangrijkste thema’s, opbrengsten en inzichten, en schets ik hoe interprofessioneel samenwerken bijdraagt aan een meer responsieve en inclusieve praktijk.
Zoeken naar verbinding
Binnen de werkplaatsen stond het zoeken naar verbinding centraal: verbinding tussen professionals uit welzijn, wonen, zorg en onderwijs, maar ook met vrijwilligers, mantelzorgers en burgers zelf. Daarbij kwamen terugkerende thema’s naar voren, zoals: integraal werken (het doorbreken van verkokerde structuren), leren en reflecteren in de praktijk, de waarde van ervaringskennis en lokale inbedding. Dit sluit aan bij landelijke bewegingen, zoals het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) en het Actieprogramma Zorg en Welzijn voor de Arbeidsmarkt (AZWA), die oproepen tot domeinoverstijgende samenwerking en preventieve inzet.
De praktijk laat zien dat samenwerking meerwaarde heeft. Denk aan community care, waarbij zorg en ondersteuning meer vanuit de gemeenschap zelf worden georganiseerd, en aan Welzijn op Recept, waar huisartsen mensen actief doorverwijzen naar activiteiten die hun welbevinden versterken. Ook zien we het belang van nieuwe brugfuncties, zoals wijkcoaches of sociaal arrangeurs, die domeinen verbinden en samenwerking concreet vormgeven. In een handreiking van Pharos wordt benadrukt dat dergelijke functies cruciaal zijn voor het duurzaam verkleinen van gezondheidsverschillen.