WerKplaatsen sociaal domein
COMMUNITY BUILDING

Gemeenschappen ontstaan niet vanzelf

De Werkplaatsen Sociaal Domein hebben in hun ouderenproject veel aandacht besteed aan community building. Community building kan eraan bijdragen dat ouderen samen het heft in handen nemen. Veel aandacht was er voor het maken van verbinding tussen ouderen. In het vervolgtraject kunnen stappen gezet worden op andere aspecten van samenlevingsopbouw zoals: sociaal leren en capaciteitsontwikkeling en democratisering en zeggenschap.

Nederland wordt gemiddeld ouder. Het is logisch dat er in politiek en beleid wordt nagedacht over de kosten van de zorg. Bovendien dreigt er een personeelstekort. Mensen zullen meer zelf moeten doen of samen. Anders dreigt de zorg vast te lopen. Daarbij wordt de laatste tijd steeds vaker gekeken naar het belang van gemeenschappen in wijken, buurten en dorpen.

Geen ‘gratis instrument’

Maar beleidsmakers denken soms te gemakkelijk dat een gemeenschap een gratis instrument is. Gemeenschappen kunnen niet worden gevormd met als reden zorgproblemen te verhelpen, zo blijkt uit diverse projecten van de werkplaatsen. Gemeenschappen worden gevormd omdat bewoners van wijken en dorpen er behoefte aan hebben om andere mensen te ontmoeten. Het kan gaan om de ontmoeting zelf, om gedeelde interesses of om gedeelde belangen. Gemeenschappen gedijen daarbij door de aanwezigheid van een toegankelijke, laagdrempelige sociale infrastructuur. Huizen van de Wijk, dorpshuizen, maar ook bibliotheken en pleintjes en de daar aanwezige professionals en vrijwilligers bieden een voedingsbodem voor groepsvorming. Pas als aan deze voorwaarden is voldaan kunnen in buurten gemeenschappen ontstaan die een positieve rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals het zorgvraagstuk.

Minder overheid betekent niet per se meer gemeenschap

Veerkrachtig

De laatste jaren is het begrip veerkrachtige gemeenschap in opkomst. Burgers in het algemeen, en ouderen in het bijzonder, hebben een beter leven en zijn weerbaarder voor veranderingen in de samenleving wanneer zij deel uitmaken van veerkrachtige gemeenschappen. Recente rapporten van gezaghebbende adviesorganen als het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) (Wat ons verbindt) en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) (Mens en klimaat, de kracht van sociale infrastructuur bij adaptatie) wijzen hierop. Zowel bij het benutten van kansen als het reageren op crises, zoals een pandemie of de ingrijpende gevolgen van klimaatverandering. Ook op landelijk beleidsniveau is hier aandacht voor: kijk naar de opvolger van het Integraal Zorgakkoord (IZA) het Aanvullend Zorg en Welzijnsakkoord (AZWA), waar het belang van de sociale basis wordt erkend. Samen met lokale burgerinitiatieven, maatschappelijke organisaties in zorg en welzijn en in veel gevallen lokaal bestuur hebben de werkplaatsen invulling gegeven aan het begrip veerkrachtige gemeenschappen. In veel gevallen hebben zij bijgedragen aan de totstandkoming van gemeenschapsvorming. Maar ook is gekeken naar hoe dat proces verliep, wat daarin wel of niet werkte en zijn lessen getrokken die landelijk kunnen worden toegepast.  

Voorzorgcirkels in Almere Muziekwijk

Bewonersinitiatieven zoals de Voorzorgcirkels dragen bij aan het prettig en langer zelfstandig thuis wonen van ouderen. De Voorzorgcirkels in Almere Muziekwijk, ZorgSaam en Samenspel, zijn netwerken van oudere buurtbewoners die hulpvragen aan elkaar stellen. De leden maken afspraken over welke hulp- en zorgvragen ze aan elkaar stellen, zoals: vervoer, gezelschap, kleine klusjes in huis en tuin, en hoe er gecommuniceerd wordt. Samen creëren ze een sociaal vangnet in de nabijheid dat bijdraagt aan een hechtere buurt. Het geven van hulp én het ontvangen ervan wordt eenvoudiger. Hierdoor hoeft minder een beroep gedaan te worden op anderen, zoals mantelzorgers of mensen werkzaam in het sociaal domein en de zorg.

Laagdrempelig en nabij

Het succes van de cirkels zit hem in het laagdrempelige en nabije karakter. Buurtbewoners ontmoeten elkaar tijdens koffieochtenden en activiteiten, zoals muziek luisteren, voor elkaar koken en fietsen. Alles wordt voor en door de buurtbewoners geïnitieerd en georganiseerd. De Voorzorgcirkels zijn hiermee een vorm van ‘community building’; relaties worden versterkt en bewoners zetten hun talenten in in de buurt. Voorzorgcirkels verbeteren hun welbevinden, aldus de buurtbewoners in het Almeerse onderzoeksproject naar bewonersinitiatieven. Ze zorgen voor minder eenzaamheid, en voor meer sociale interactie en praktische ondersteuning in het dagelijks leven. Door het ontstaan van onderling vertrouwen, ervaart men geen ongemak bij hulpvragen. Gevoelens van eigenwaarde nemen toe door iets voor elkaar te betekenen en deelname bevordert de fysieke en mentale gezondheid. Kijk hier voor meer resultaten.

Voorzorgcirkels hebben in de afgelopen tijd (landelijke) bekendheid gekregen. In Almere en Lelystad faciliteren welzijnsorganisaties nu enthousiast het opstarten van voorzorgcirkels. In een nieuw project Samen Sterk in Flevoland wordt verder onderzoek gedaan naar bewonersinitiatieven. Met grote aandacht voor de uitwisseling van kennis en ervaringen, en het versterken van (door)ontwikkeling van inwonersinitiatieven in Flevoland.

Vormen en verbinden

Veel aandacht is besteed aan het proces van verbinden. Hoe komen ouderen die iets delen bij elkaar? Wat drijft hen, welke stappen ondernemen zij en hoe kunnen vrijwilligers of professionals ouderen hierin ondersteunen zonder over te nemen? De totstandkoming van Voorzorgcirkels door het hele land is hiervan een mooi praktijkvoorbeeld (zie kader 1). De Hogeschool Windesheim en de Werkplaats Sociaal Domein Flevoland volgden de cirkels in Almere Muziekwijk op de voet en trokken er lessen uit.

Over de vorming van gemeenschappen wordt op beleidsniveau vaak te makkelijk gedacht. In een recent rapport wijst het Ben Sajet Centrum - dat samen met de Werkplaats Sociaal Domein Amsterdam onderzoek doet naar de Lang Leven Thuis Flats - op zeven mythen rond gemeenschappen. Minder overheid is niet per se meer gemeenschap, gemeenschappen vormen zich niet vanzelf, en zeker niet wanneer daar allerlei eisen aan worden opgelegd zoals menging tussen verschillende bewonersgroepen. Gemeenschapsvorming is gebaat bij goede voorzieningen en goed opgeleide en begeleide professionals, ook bij gemeenten. In de werkplaatsen is volop geëxperimenteerd met de samenwerking tussen professionals en bewoners.

Experimenten nodig

Community building is onderdeel van samenlevingsopbouw. Bij samenlevingsopbouw zijn vele partijen betrokken, niet alleen burgers en sociaal professionals, maar ook woon-, zorg- en beleidsprofessionals. In het Wat werkt bij dossier Samenlevingsopbouw worden drie aandachtsterreinen genoemd die bijdragen aan (veerkrachtige) gemeenschappen: 1. sociale cohesie en sociaal kapitaal, 2. sociaal leren en capaciteitsontwikkeling en 3. democratisering en zeggenschap.
Het is mooi wanneer ouderen elkaar en anderen leren kennen en hun sociaal kapitaal (daarmee) kunnen vergroten. Maar het is ook belangrijk dat de gemeenschap zich verder ontwikkelt en stevig staat in de samenleving.

Er is behoefte aan experimenten op lokaal en regionaal niveau om na te gaan hoe gemeenschappen van ouderen hun positie in de samenleving samen kunnen verstevigen. En hoe professionals hier ruimte aan kunnen bieden. In diverse werkplaatsen is ook hiermee geëxperimenteerd. In het vervolgtraject kunnen nog verdere stappen worden gezet om de door SCP, WRR en anderen genoemde belofte van gemeenschap verder uit te werken in lokale contexten. De verkende voorwaarden en werkwijzen voor gemeenschapsvorming staan door de bezuinigingen in het zogenoemde ‘ravijnjaar’ bij gemeenten tegelijkertijd onder druk en dat brengt nieuwe vraagstukken met zich mee.

Agenda

Om kennis die lokaal en regionaal is opgedaan verder door het land te verspreiden is het noodzakelijk om de opbrengsten van de verschillende werkplaatsen op belangrijke thema’s naast elkaar te leggen. Werkplaatsen hebben dit jaar extra ingezet op onderlinge uitwisseling en landelijke verspreiding van kennis. Waar vullen bevindingen elkaar aan en waar is sprake van (ogenschijnlijke) tegenspraak? Onder welk kader kan verder gewerkt worden aan belangrijke inzichten? In samenwerking met Movisie zijn landelijke bijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn de resultaten besproken in de themawerkgroep community building. Mogelijk kan hieruit een agenda volgen voor aandachtsgebieden waar meerdere werkplaatsen zich in de komende periode op gaan richten.   

Voor het onderwijs is mede vanuit de werkplaatsen een uniek initiatief genomen: hogescholen en werkplaatsen hebben de handen ineengeslagen voor het samenstellen en organiseren van een leeratelier samenlevingsopbouw. Dit atelier is voor docenten sociaal werk met als doel toekomstige professionals goed op te leiden in het werken vanuit gemeenschappen (zie kader 2).

Leeratelier werken met en vanuit gemeenschappen

Binnen het ouderenprogramma van de Werkplaatsen Sociaal Domein is een leeratelier opgezet voor docenten van sociaal werkopleidingen in het MBO en HBO. Doel: versterken van onderwijs over werken met en vanuit gemeenschappen. Essentieel, gezien de verschuivingen in het sociaal domein. Uitgangspunt is de onderlinge steun en zorg die ouderen en hun omgeving (willen) geven, op eigen initiatief of ondersteund door beroepskrachten uit zorg, welzijn, woningcorporaties of gemeente. Initiatiefnemers zijn Mariël van Pelt (Fontys), Jaap Ikink (NHLStenden), Jeroen Gradener (HvA), Neeltje Spit (Fontys) en Karlien Landman (Hanze).

Toekomstige professionals

Het leeratelier startte met een driedaagse in Utrecht, waar 25 docenten van vijftien hogescholen en twee ROC’s zich onderdompelden in kennis over community building en collectief werken. Veel aandacht was er voor hoe praktijkvoorbeelden individuen ondersteunen en welke rol sociaal werkers hierin hebben. Hierbij kwamen niet alleen ouderen aan bod, maar ook andere doelgroepen en vraagstukken (bijvoorbeeld jongeren, leefbaarheid in dorpen en wijken en de wijk-ggz). Er was input van hogescholen (Huub Purmer, InHolland) en maatschappelijke partners: Kearn Welzijn (partner NHLStenden), Lang Leven Thuisflats (partner HvA), Crataegus Woonzorg (partner Fontys) en Voorzorgcirkels (partner onderzoek Windesheim).

Deelnemers kregen inzicht in de werking van gemeenschappen en de rol van de toekomstige professionals die ze nu opleiden. Om van inspiratie naar actie en verandering te komen, werkten zij op dag drie onder leiding van Sandra Geelhoed (HU) aan visies, onderwijsinhouden en -vormen voor hun eigen opleidingen.

In het vierde kwartaal van 2025 staan verder uitwerken van onderwijs, uitwisseling en het elkaar inspireren op de agenda. Door het leeratelier maken de werkplaatsen meer gebruik van elkaars kennis en talenten.   

Auteurs: Mariël van Pelt en Lex Veldboer Beeld: Hans Alderliesten