Afbeelding vragen

Themamagazine Cliëntondersteuning
achtergrond

Levensbrede vragen

Diverse doelgroepen, levensmomenten en vragen

De Wmo garandeert inwoners van gemeenten de mogelijkheid tot cliëntondersteuning. Wat niet iedereen weet: inwoners kunnen ook ondersteuning krijgen als zij gebruikmaken van voorzieningen uit de Jeugdwet of Participatiewet. Of als zij bijvoorbeeld vragen hebben over wonen, werk, inkomen, onderwijs en zorg. Want cliëntondersteuning omvat vragen die levensbreed zijn.  

Aan de hand van verschillende levensgebieden, levensmomenten én specifieke doelgroepen definiëren we de levensbreedheid van cliëntondersteuning. Hoe gemeenten hier invulling aan geven, verschilt. In dit artikel zetten we de basisinformatie op een rij en verkennen we aan de hand van stellingen het begrip levensbreedheid en de afbakening van cliëntondersteuning.

Wat staat er in de wet?

De Wmo 2015 definieert cliëntondersteuning als volgt:
‘Onafhankelijke ondersteuning met informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.’

In één wet is dus de cliëntondersteuning voor het hele sociaal domein geregeld. Meer weten? Bekijk pagina 5 in deze handreiking.

Voor welke vragen schakelen inwoners een cliëntondersteuner in?

In verschillende ervaringsverhalen vertellen mensen ons waarom zij met een cliëntondersteuner in contact kwamen. Inwoners kunnen met vragen over verschillende levensgebieden terecht bij een cliëntondersteuner. Zo schakelden Toon, Ada en Mira een cliëntondersteuner in voor ondersteuning bij een Wmo-aanvraag in hun gemeenten. Ze ontvingen onder andere hulp bij het keukentafelgesprek, de uitleg van procedures en het scheppen van de juiste verwachtingen.

De onafhankelijkheid was voor Elise belangrijk

Maar zoals genoemd, gaat cliëntondersteuning verder dan vragen die met de Wmo te maken hebben. Paula, die zelf in de zorg werkt, schakelde een cliëntondersteuner in als laatste redmiddel voor haar vragen over een toekomstige Wlz-indicatie voor haar zoon Thomas. Hij werd achttien en heeft vanwege zijn verstandelijke beperking levenslang ondersteuning en hulp nodig. Of neem het verhaal van Elise. Zij schakelde haar cliëntondersteuner in nadat zij eerder een negatieve ervaring had in het contact met de gemeente. Met name de onafhankelijkheid was voor Elise belangrijk. Voor niet aangeboren hersenletsel ontvangt zij begeleiding vanuit de gemeente.

Mensen kunnen dus met allerlei vragen terecht bij cliëntondersteuners. Vervolgens wordt gekeken door wie deze vraag het best beantwoord kan worden. Daarnaast zijn er specifiekere doelgroepen waar gemeenten cliëntondersteuning voor inrichten. Dat is meer gespecialiseerde cliëntondersteuning.

Lachende vrouw

Mensen kunnen met allerlei vragen terecht bij cliëntondersteuners.
 

Raakvlakken met andere ondersteuningsvormen

Er bestaan raakvlakken tussen de taken van een cliëntondersteuner en andere ondersteuningsvormen in het sociaal domein. Naast cliëntondersteuners zijn er ook andere organisaties bij wie inwoners terechtkunnen voor een luisterend oor, of voor informatie en advies bij het vinden van een passend (zorg)aanbod. Veel andere beroepsgroepen in het sociaal domein en de zorg en ook vrijwilligers, cliëntenorganisaties en naasten vervullen (een deel van) deze taken. Het is daarom belangrijk om bij de inrichting van cliëntondersteuning ook naar het andere aanbod in de gemeente te kijken. Stem daarbij gezamenlijk af welke taken bij een cliëntondersteuner belegd worden en wie deze taken oppakt. Vervolgens kunnen inwoners hierover duidelijk worden geïnformeerd.

Niet alle vormen van cliëntondersteuning worden in iedere gemeente ook cliëntondersteuning genoemd. Ook biedt niet iedere aanbieder van cliëntondersteuning steun aan op alle levensgebieden, aan alle groepen en in alle fasen. De keuze om expliciet te werken aan een aanbod aan cliëntondersteuning dat levensbreed is, heeft gevolgen voor de deskundigheidseisen die aan cliëntondersteuners gesteld worden. Zij moeten in staat zijn om op al deze vlakken mee te denken.

De gemeente Veldhoven heeft met behulp van de tool van Movisie in kaart gebracht voor welke doelgroepen, levensfasen en -domeinen cliëntondersteuning wordt aangeboden in de gemeente. De projectleider vertelt: ‘In Veldhoven hebben we zes partijen gesubsidieerd om cliëntondersteuning aan te bieden, deze zijn allemaal waardevol, want ze hebben een achterban met cliënten. We willen niet gaan reorganiseren, maar juist behouden wat we hebben. Met die partijen hebben we gekeken hoe we verder kunnen komen en elkaar kunnen versterken.’

Welke dilemma’s spelen er rondom de afbakening van cliëntondersteuning?

Denk aan de hand van de volgende stellingen na over de afbakening van cliëntondersteuning. Klik op waar of niet waar en kijk of je het goede antwoord hebt.  

1. Cliëntondersteuners kunnen zowel generalisten als specialisten zijn.

A. Waar
Dat klopt, deze stelling is waar

Cliëntondersteuners kunnen zowel generalisten als specialisten zijn

Een aantal gemeenten werkt met een beperkt aantal aanbieders van cliëntondersteuning en verwacht van hen dat ze alle doelgroepen kunnen bedienen bij vragen rond alle levensgebieden (generalisten). Andere gemeenten kiezen ervoor om te werken met meer gespecialiseerde cliëntondersteuners (specialisten), die veel weten van een bepaalde leeftijds- of doelgroep of van een bepaald (levens)gebied, zoals onderwijs, de toegang tot de Wlz, werk of inkomensvraagstukken. Ook de combinatie van generalisten en specialisten komt voor.

B. Niet waar
Helaas, dit antwoord is fout

Antwoord A is het goede antwoord.

Cliëntondersteuners kunnen zowel generalisten als specialisten zijn

Een aantal gemeenten werkt met een beperkt aantal aanbieders van cliëntondersteuning en verwacht van hen dat ze alle doelgroepen kunnen bedienen bij vragen rond alle levensgebieden (generalisten). Andere gemeenten kiezen ervoor om te werken met meer gespecialiseerde cliëntondersteuners (specialisten), die veel weten van een bepaalde leeftijds- of doelgroep of van een bepaald (levens)gebied, zoals onderwijs, de toegang tot de Wlz, werk of inkomensvraagstukken. Ook de combinatie van generalisten en specialisten komt voor.

2. Cliëntondersteuners bieden zowel langdurige begeleiding als kortdurend contact.

A. Waar
Helaas, dat is fout

Antwoord B is het goede antwoord.

Cliëntondersteuners bieden begeleiding als kortdurend contact

Cliëntondersteuning is niet bedoeld als langdurige begeleiding. Het is vooral bedoeld voor die momenten dat inwoners een toegangsvraag hebben: hoe vind ik passend aanbod bij deze vraag? De begeleiding is dus kortdurend. Soms zal dit in de praktijk echter knellen, bijvoorbeeld wanneer de cliëntondersteuner met een inwoner gaat inventariseren wat deze nodig heeft. Bij praktische hulp – zoals het invullen van een formulier of het meegaan naar een instantie – blijkt soms dat een inwoner bij meerdere zaken hulp of steun nodig heeft. Er kan zich dan steeds weer een vervolgvraag voordoen.

B. Niet waar
Klopt, deze stelling is niet waar

Cliëntondersteuners bieden begeleiding als kortdurend contact

Cliëntondersteuning is niet bedoeld als langdurige begeleiding. Het is vooral bedoeld voor die momenten dat inwoners een toegangsvraag hebben: hoe vind ik passend aanbod bij deze vraag? De begeleiding is dus kortdurend. Soms zal dit in de praktijk echter knellen, bijvoorbeeld wanneer de cliëntondersteuner met een inwoner gaat inventariseren wat deze nodig heeft. Bij praktische hulp – zoals het invullen van een formulier of het meegaan naar een instantie – blijkt soms dat een inwoner bij meerdere zaken hulp of steun nodig heeft. Er kan zich dan steeds weer een vervolgvraag voordoen.

3. Een cliëntondersteuner kan (ook) betrokken zijn bij toegangsbesluiten en/of geïndiceerde zorg geven.

A. Waar
Helaas, deze stelling is fout

Antwoord B is het juiste antwoord.

Een onafhankelijk cliëntondersteuner mag niet betrokken zijn bij het nemen van toegangsbesluiten.

Een cliëntondersteuner is onafhankelijk. Volgens de wet betekent onafhankelijkheid: geen ander belang dienend dan dat van de betreffende inwoner. Concreet wordt daarbij aangegeven dat een onafhankelijk cliëntondersteuner niet betrokken mag zijn bij het nemen van toegangsbesluiten en niet werkzaam mag zijn bij een organisatie die tevens geïndiceerde zorg biedt. Uiteindelijk gaat het erover dat de inwoner voldoende onafhankelijkheid ervaart. Gemeenten kiezen voor verschillende oplossingen om onafhankelijkheid te waarborgen, zoals een ruime keuzemogelijkheid en werken met vrijwilligers.

B. Niet waar
Klopt, deze stelling is niet waar.

Een onafhankelijk cliëntondersteuner mag niet betrokken zijn bij het nemen van toegangsbesluiten.

Een cliëntondersteuner is onafhankelijk. Volgens de wet betekent onafhankelijkheid: geen ander belang dienend dan dat van de betreffende inwoner. Concreet wordt daarbij aangegeven dat een onafhankelijk cliëntondersteuner niet betrokken mag zijn bij het nemen van toegangsbesluiten en niet werkzaam mag zijn bij een organisatie die tevens geïndiceerde zorg biedt. Uiteindelijk gaat het erover dat de inwoner voldoende onafhankelijkheid ervaart. Gemeenten kiezen voor verschillende oplossingen om onafhankelijkheid te waarborgen, zoals een ruime keuzemogelijkheid en werken met vrijwilligers.

Waar moet je aan denken bij levensbreed organiseren?

  • Levensgebieden: vragen over onder andere wonen, werk, inkomen, onderwijs en zorg.
  • Levensmomenten: levensbreedheid gaat ook om de verschillende momenten waarop een inwoner in het leven een beroep kan doen op cliëntondersteuning. Welke momenten dat zijn lees je hier.
  • Specifieke doelgroepen: het aanbod aan cliëntondersteuning moet passend zijn bij verschillende doelgroepen. Alle inwoners van een gemeente kunnen een beroep doen op een cliëntondersteuner. Toch is het waarschijnlijker dat sommige mensen hier eerder gebruik van maken dan anderen, vanwege de problematiek die zij ervaren. Dat kunnen bijvoorbeeld ouderen zijn, jongeren en jongvolwassenen, mensen met een licht verstandelijke beperking (lvb) en dak- en/of thuisloze mensen. Soms is ondersteuning vanuit de Wmo voor mensen ontoereikend, bijvoorbeeld wanneer hun zorgbehoefte langdurig is. Dan kan het nodig zijn om te kijken naar het zorgaanbod vanuit de Wlz (Wet langdurige zorg). Die overgang kan ingewikkeld zijn.  In het artikel ‘Hoe complex is de overgang van Wmo naar Wlz? lees je hier meer over, inclusief tips voor cliëntondersteuners.

Tekst: Pien van der Sanden

Ook interessant