Dit voorbeeld laat zien dat jongerenwerkers veiligheidsrisico’s lopen door hun samenwerking met de gemeente. Als jongeren erachter komen dat jongerenwerkers informatie doorspelen naar de politie zullen zij niet alleen jongerenwerk mijden, maar kunnen ook hun pijlen richten op de jongerenwerkers en hun familie.
Alles voor de jongeren
Jongerenwerkers werken relatief onbeveiligd, zij hebben geen noodknoppen, mochten er boze en bewapende jongeren verhaal komen halen. In het mildste geval zijn zij de jongeren ‘kwijt’ en verliezen zij daardoor ook hun invloed.
Op het eerste gezicht kan je denken dat jongerenwerkers alles wat zij weten door zouden moeten spelen aan de gemeente en politie. Maar voor de lange termijn ondermijnt dat hun mogelijkheden in de toekomst. Om de buurt veilig te houden, is het soms nodig om de relatie en het gesprek met de jongeren te behouden, ook al bezitten zij wapens en doen zij dingen die niet mogen. Een jongerenwerker: ‘Als je ons soms met die jongeren ziet, zal het vast lijken of we vriendjes willen spelen. Of juist het tegenovergestelde, dat we te agressief met hen omgaan.’
Toch wordt in Scheveningen snel duidelijk dat de jongerenwerkers altijd goede redenen hebben om te doen wat zij doen, ook al strookt dat wel eens niet met de uitgangspunten of de conventies. ‘We hebben te maken met soms doodongelukkige jongeren, jongeren in heel kwetsbare situaties en jongeren die agressief en sterk zijn. Soms moet je de teugels laten vieren en wat zachter zijn en soms moet je mee de apenrots op om te laten zien dat jij toch op de top staat.’
Uiteindelijk hebben jongerenwerkers als doel het leven beter te maken voor hun jongeren, voor wie zij soms de laatste persoon zijn die zich nog om hen bekommert.
Tekst Luc Priester en Raymon Erberveld (jongerenwerkers bij Welzijn Scheveningen) en Sam Schrevel (onderzoeker lectoraat Grootstedelijke Ontwikkelingen bij de Haagse Hogeschool).