In de laatste anderhalf jaar heb ik steeds meer hulp gevraagd, onder andere van de organisatie HomeInstead, een vorm van specialistische thuiszorg. Ik heb ook familie, vrienden en buren ingeschakeld, vooral om Volkert gezelschap te houden. Via Hello 24/7, een soort mantelzorg-app, heeft een goede vriendin een rooster gemaakt. Daar was ik heel blij mee, enerzijds omdat het mij ontzettend ontlastte, anderzijds omdat je anderen er zo bij betrekt. Eerder waren mensen nog weleens geneigd met adviezen en oplossingen te komen als ik mijn hart luchtte. Nu merkten ze zelf dat het zomaar drie kwartier kon duren voordat ze de deur uit waren voor een wandelingetje met Volkert; Volkert deed altijd z’n schoenen uit met de veters nog gestrikt, dus die moesten eerst uit elkaar gehaald, dan een jas aan, sleutels zoeken... Welkom in mijn wereld! Doordat zij dit meemaakten, werd het een gezamenlijk probleem.’
Gek zonder werk
‘De coronatijd was voor mij eigenlijk wel gunstig. Ik was bezig met een grote boekproductie over Gelderse geschiedenis, en kon dat grotendeels vanuit huis doen. Ik werkte op zolder, totdat Volkert steeds vaker naar boven kwam en om aandacht vroeg. Toen moest ik mijn werk doen op de twee dagen dat hij naar de dagopvang ging, of wanneer er vrienden of familieleden bij hem bleven. En in de avonden als hij sliep. De combinatie van zorg en werk was zwaar, maar ik ben wel blij dat het gelukt is, want zonder mijn werk was ik gek geworden.
De laatste vier maanden woonde Volkert elders, thuis ging het niet meer. Achteraf had ik hem dat graag bespaard, maar hij was 69 en enorm sportief aangelegd, dus ik dacht dat hij nog minstens een jaar of vier zou leven. En ik kon het gewoon niet meer volhouden, hij had óveral hulp bij nodig, inclusief toiletgebruik.
In de zorginstelling ging hij snel achteruit. Hij bleef mij wel herkennen en dat was heel waardevol; als ze zeiden dat ik eraan kwam, zag je hem opleven. Op het laatst begreep hij niet meer hoe hij moest eten en drinken. En kon hij alleen nog communiceren met zijn ogen en wenkbrauwen. Achteraf is het denk ik goed dat het geen vier jaar meer duurde.’